Gasontladingslichtbronnen mogen alleen worden gemonteerd in daarvoor goedgekeurde koplampen, herkenbaar aan de letter “D” die zichtbaar en onuitwisbaar op het koplampglas moet zijn aangebracht; Als de auto is voorzien van gasontladingskoplampen, moet de auto tevens zijn voorzien van automatische lichthoogteregeling en een koplampreinigingssysteem (bij kunststof lampglazen mogen geen koplampwissers worden toegepast).

Hiermee is dus – vanaf 1 januari 2006 – het verschil opgeheven tussen de toelatingseisen en de permanente eisen, tenminste waar het de gasontladingskoplampen betreft. Voor degenen die de afgelopen jaren hun halogeenkoplampen hebben omgebouwd of laten ombouwen naar gasontladingskoplampen, is dit slecht nieuws. Hen rest geen andere mogelijkheid dan weer terug te gaan naar halogeenlampen, want ook al monteren zij alsnog hoogteverstelling en koplampsproeiers, de koplampen waarin zij de gasontladingslampen hebben gemonteerd, zijn niet voor dit type lichtbron goedgekeurd. En volgens het in de toelichting genoemde ECE-Reglement 48 moet dat wel.

Wat als er een D èn een H in het koplampglas staan?
Als de koplamp is voorzien van een los lampglas, kan het zijn dat dit glas zowel voor de gasontladings- als de halogeenuitvoering wordt gebruikt. In dit geval zijn beide coderingen aangebracht op het lampglas en is de codering ook op het lamphuis terug te vinden. Daarop staat dan òf een D òf een H, gecombineerd met het soort licht (C = dimlicht, R = grootlicht). Dus DC/HR houdt in gasontlading dimlicht / halogeen grootlicht. Als zowel het dimlicht als het grootlicht door een gasontladingslichtbron wordt verzorgd, is de codering DCR.

Dit is een onderdeel van een topic over strooilicht en xenon, want er zijn veel voor - en tegenstanders. Ik deel bovenstaande alleen maar mee: "don't shoot the messenger"