Volvo-Town
09/05
2008Volvo-Town
De laatste tijd had ik m niet meer zo hoog zitten, Die Bas van Putten van de Autoweek.
Maar dit maakt het in een keer goed...
VOLVO-TOWN
Vlakbij Groningen, op een kwartier gaans van mijn huis, ligt Haren, het Laren van het noorden. De lanen zijn er lommerrijk, de burgers welgedaan, de huizen onbetaalbaar. Voor wat ik aan een vrijstaand huis spendeer, heb je in Haren net een aanleunwoning.
Bijzonder aan Haren is dat het niet is aangetast door nouveaux riches. Je ziet er geen Frogers met Bentleys rondrijden, geen Vanessa's dubbelparkeren voor de bloemenboer. Die zijn aan Wassenaar, het Gooi en de P C. Hooft geketend als een ziekenhuispatiënt aan zijn infuus, en zouden zich dood vervelen in het glamourloze, van oesterbars en sterrenrestaurants verstoken Haren.
Hier floreert een ander menstype, dat weliswaar niet van de straat is, maar er een eer in stelt daar geen vertoning van te maken. Nieuwkomers moeten ongetwijfeld op hun tellen passen. Een Jort Kelder zou met verontrusting worden nagekeken. Men draagt in Haren geen handgemaakte Italiaanse pakken en een Gucci-filiaal zie ik er niet snel neerstrijken. De brogues komen er uitsluitend van Van Bommel. Bewezen kwaliteit, geen poespas.
Ik weid er zo over uit, omdat deze unieke ingetogenheid verstrekkende gevolgen heeft voor de samenstelling van het plaatselijke wagenpark.
Met E. drink ik in het dorp koffie bij Rodenburg, een banketbakkerij annex koffiehuis van het Konditorei-type, dat in Nederland bijna niet meer voorkomt omdat het haast alleen bejaarden trekt. Maar juist die leeftijdsgroep is omvangrijk in het Harense. We zitten bij het raam. Wanneer ik op de gasten ben uitgekeken - we zijn de jongsten in de tent, laat ik het daarop houden – werp ik een blik op straat en moet ik drie keer kijken om mijn ogen te geloven: elke tweede auto is een Volvo. Zoveel 850's, 940's en V70's heb ik nooit bij elkaar gezien. Er moet een verklaring zijn.
Dit is een dorp van artsen, nette advocaten, Groningse chirurgen, hoogleraren en beschaafde ondernemers. Getuige het hoge leeftijdsgemiddelde zijn ze bijna allemaal van vóór de wegwerpgeneratie. Hoewel ze representatief voor de dag willen komen, is poenigheid een doodzonde; de dichtstbijzijnde Benz-dealer zal geen lange dagen maken. Een Astra of Passat lijkt daarentegen weer te min, die zijn voor middenstanders.
Dan komt ons soort mensen automatisch bij het gulden midden uit, dat eeuwige symbool van een nog net sociaal aanvaardbaar standsbewustzijn: de Volvo.
Uit alles blijkt dat voor de Harense Volvo-klant de Zweed geen lifestyle is, maar een geloofsovertuiging. In een nieuwe vertoont hij zich liever niet. Een XC90 of een C30 zie je nauwelijks. Een V50 of een XC70 nog wel, maar die detoneren ongeveer zoals Mondeo's detoneren in Oud-Zuid. Nee, het zijn de oudere estates die het straatbeeld bepalen, meestal in een stemmige kleur en zo te zien volgens het boekje onderhouden. Nu Volvo op het punt staat te bezwijken voor het crossover-evangelie van de Froger-aanhang, heeft weldenkend Haren geen andere keus dan hun beminde veteranen stijlvol op te rijden. Uit berusting of vreedzaam protest, wie zal het zeggen.
Dan de bestuurders. Uniek aan deze gemeenschap is dat de Harense Volvo-rijder niets nalaat om alle clichés over zijn genre te bevestigen. Incidenteel ontwaar ik tussen de klassieke, sympathieke Volvo-senioren wat verdwaalde jongeren, een specifiek soort dertigers van corporale snit, vermoedelijk de kleinzoons van de grijze golf die in het koffiehuis zo goed als dood een glaasje wit met broodje zalm verteert. Mannen met prachtige vooruitzichten: net partner geworden bij een Gronings advocatenkantoor, net bevorderd tot senior-geoscientist bij de NAM, net voor een miljoen met steun van pa en ma een leuk vooroorlogs twee-onder-een-kappertje gekocht. Met de habbekrats die ze na aftrek van de hypotheek maandelijks overhouden, komen zij vanzelf bij Volvo uit, omdat de tweedehandsprijzen voor een behoorlijke estate even beschaafd zijn als de auto's zelf. Voor 10 mille hoor je er helemaal bij. Vandaag was ik er weer. Een lichte opwinding maakte zich van mij meester. In Haren vind je de laatste Volvorijders zoals de god van Göteborg ze bedoeld heeft.
Bas van Putten