Goedenavond Volvoliefhebbers,

Ik bezoek regelmatig met veel belangstelling jullie forum. Nu zit ik zelf met een kwestie die ik nog niet heb opgelost.

Onlangs heb ik de bi-metalen veer van de halfautomatische choke-inrichting (740 GL, B230K, 1986) gecontroleerd om vast te stellen of deze goed zat bevestigd c.q. niet defect was. De koude start was nl. niet altijd even goed. Ik heb toen ook de vacuumslangetjes gecontroleerd op scheuren etc.

Op dezelfde dag reed ik 's avonds ergens heen toen plots de motor uitviel. Na een herstart bleef de motor heel even lopen, maar sloeg toen weer af. Ik zag dat er geen benzine in het filterelement zat, terwijl ik wist dat er nog voldoende benzine in de tank moest zitten. De mechanisch aangedreven benzinepomp functioneerde ook. Dat kon ik zien door nog eens te starten. Omdat ik al wat langer de Pierburg-carburateur had bestudeerd vanwege de lastige koude start, maakte ik de vacuümslang naar de elektromagnetische vacuümklep (zit gemonteerd op linkerbinnenscherm; er lopen een witte en een paarse vacuumslang naartoe) los en jawel de motor startte weer.

Nu blijkt dat er op de aansluiting van de vacuümklep geen spanning staat en deze daarom open blijft staan. De klep wordt aangestuurd door de ontstekingsunit (EZ-K) onder/bij het stuur: bij gas los en toerental boven de 1600 rpm schakelt de unit de stroom uit. De klep opent dan en het vacuüm in het spruitstuk trekt de aan de andere uitgang van de klep gekoppelde brandstofklep (fuel shut-off valve) dan dicht. Dit zou de brandstofeconomie vergroten. Ook sluit de brandstofklep voldoende lang als het contact bij een draaiende motor wordt afgezet: dit voorkomt nadieselen.

Op dit moment heb ik vastgesteld:

Dat de elektromagnetische vacuümklep functioneert,

De ontstekingsunit functioneert,

De brandstofklep in de carburateur ok is,

De draad van de klep naar de unit in orde is (het contact wordt nl in de unit verbroken, waardoor de klep opent etc).

Ik ben gaan uitzoeken waar de klep de 12V+ vandaan haal. Deze komt volgens de e-schema's in Kluwer en Haynes van zekering nr. 13 (de 15+, die ook de bobine voedt) Deze zekering is in orde. Ik heb de zekeringenhouder losgemaakt om te kijken of de aansluitingen aan de onderzijde in orde waren. Wat bleek: er zijn vier aansluitpunten, maar naast de 'aanvoer' naar de ene poot van de zekering nergens een losse draad met kabelschoentje te bekennen voor de andere! Ook niet van de choke die hierop aangesloten zou moeten zijn! Dit zou de soms slechte koude start kunnen verklaren. Heb vanuit zekering 13 zelf een draad naar de elektromag.klep geleid als test aangelegd en alles doet het nu.

Mijn vraag: zijn de Volvo-schema's verouderd/onjuist en haalt de klep z'n plus dus ergens anders vandaan? Ik ben van plan de draad na te lopen maar dan moet ik veel tape en hoesjes opensnijden dus daar wacht ik liever mee.

Zo nee, komt zo iets vaker voor/hoe komt het dat de klep dan niet altijd open stond waardoor starten in principe niet meer zou kunnen?

Kan iemand met eenzelfde motor kijken of er bij hem of haar wel de juiste bedrading aanwezig is bij zekering nr. 13?

Ik wacht af!

M.vr.gr.

Derk

PS

In de e-schema's heeft de elektromag.klep nr. 271, de choke 405, zekeringenkast nr 11.