Boomgrens voorbij...
Boomgrens voorbij...
Vrij kamperen op 2600 m hoogte is een belevenis, warm aanbevolen voor wie niet schrikt van een nachtvorstje. We trokken met de 745 de bergen in. De achterwielaandrijving is een groot voordeel bij het steile klimmen over keien- en gruisspoortjes. En wat gaat 'ie met die kleine draaicirkel makkelijk door krappe haarspeldbochtjes, waar menig 4x4 moet 'steken'.
Turbo Coos, onze 745 automaat, had dikke pret. Barbara wat minder: haar vingerafdrukken staan nog in het dashboard. Maar ze heeft meer respect gekregen voor die ouwe Coos. En eenmaal boven was ook zij 'on top of the world'.
Sinds de kinderen hun eigen vakantieplannen maken en met hun kompanen per bus de stranden en disco's van Rimini, Salau en Renesse opzoeken, is er in het vakantiepatroon van Barbara en mij ook iets gaan veranderen.
Het begon met een geleend exemplaar van Denzel's Grosser Alpenstrassenführer; de 'bijbel' voor wie per auto of motor de Alpen op hun mooist wil zien. De spannendste hooggelegen routes zochten we uit!
Onze De Waard tenten bleven langzaamaan thuis. Eerst die grote Zilvermeeuw, want in 2004 gingen we knus in één van de kindertentjes kamperen: een De Waard 'Kleine Burgemeester', groot zat.
In de zomer van 2004 ging de reis - toen nog in een LandRover Discovery- via Oostenrijk naar de Dolomieten in Noord-Italië. Dat was voor ons een nog onbekend berggebied waar het bijzonder mooi, maar ook wel erg druk bleek te zijn. Toch hebben we daar fraaie ritten gemaakt en wandelend tot op grote hoogten hebben we volop genoten van schitterende panorama's.
Vanuit de Dolomieten reden we omlaag en dan door die treurige Po-vlakte westwaarts, voorbij Turijn naar de Piemonte: een nog relatief rustig stuk Italiaanse Alpen tegen de Franse grens aan.
Daar vonden we nog meer prachtige hooggelegen plekjes. Voor het eerst stond ons tentje zomaar in de vrije natuur. En in dat oranje De Waardje hielden we ons schuil voor een stier die met zijn talrijk harem door onze bergwei trok en ook een oogje op B. leek te hebben.
Vervolgens klommen we de Franse grens over naar de Queyras: ook een nog vrij onbedorven en geïsoleerd stukje Alpen, dat o.a. toegankelijk is via de Col Agnel in het Oosten en via de Col d' Izoard in het Noorden, bij wielerfans wel bekend.
Deze reis waren we niet zoals de voorgaande jaren aangewezen op campings-met-alles-er-op-en-eraan voor onze disco-kinders. Een camping municipal was al meer dan genoeg. Beter nog: helemaal geen camping bleek ineens ook een optie.
Zo stonden we meestal rond de 2000 m. zomaar op een niet al te steile bergwei, dichtbij een klaterend bergstroompje. Daaruit haalden we zo vaak als nodig emmers vol helder water, waarmee wij onszelf klaarwakker wasten, koffie zetten, ons potje kookten, de Campari en whisky wat aanlengden en het ergste stof van onze vierwieler spoelden.
Prachtig weer, zoals heel vaak trouwens in de Queyras met zijn gunstige ligging in een soort bergkom. Koud was het alleen 's nachts, maar vriezen deed het daar in juli 2004 net niet.
Het plezier van vrij kamperen en te kunnen gaan en staan waar je wilt, mondde uit in de aanschaf van een daktent. In ons geval een Maggiolina.'t Lijkt een grote skibox die je supersnel opendraait en bijna even snel weer dicht maakt, om verder te kunnen trekken zodra je zin krijgt. Al het slaapspul en nog meer kan er in blijven liggen; zo is er minder ruimte nodig achterin de auto. De bodem is bedekt met een prima matras. We kunnen er een luifel aan zetten zodat dat het diner niet kan verregenen.
En nu de kinderen niet meer zonodig hoeven, willen de honden eindelijk wel eens mee op vakantie: hup, de zitting van de achterbank eruit -eenvoudig bij de 745- en vervangen door een ruime houten brits, die wordt bekleed met warme hondedekens.
In mei 2005 beleefde onze pas gekochte Turbo Coos zijn vuurdoop met de Maggiolina op het dak, baasjes en honden onderin, richting Pyreneeën.
Prachtige plekjes hebben we ook daar gevonden. Dagtochten te voet omhoog en terug, achter die dol enthousiaste honden aan, vaak ploeterend door de nog lang niet weggesmolten diepe sneeuw.
En slapen als marmotjes! Wij bovenop in ons knusse en solide tent-huisje; de Labradors beneden, lekker met het raam open; natuurlijk van de wind af.
Toen het voorjaarsweer omsloeg en er zware buien kwamen, waren we met de daktent heel snel weg. De zon vonden we pas terug beneden Madrid. Iets westelijk maakten we nog enkele fraaie bergtochten in de Sierra de Gredos, waar tenslotte toch een ijzige sneeuwstorm ons verjoeg. Zo werd het onbedoeld een reis van heel veel kilometers, waarin we hebben vastgesteld dat Coos een hele beste auto is: niet de puntgaafste, niet de meest luxe, maar wel onze lekkerste rijmachine tot nu toe.
Nu -augustus '05- zijn we terug van een zomerreisje van twee weken, weer in de Piemonte en weer in de Queyras. Zet ons maar boven de boomgrens neer! In de Piemonte hebben we het via smalle, slingerende en onverharde bergspoortjes nog wat hogerop gezocht tot vlak onder de Col Sommeiller.
Er werd stevig geklommen -eerst Coos en daarna wijzelf- tot boven de 3000m, waar we hebben genoten van vergezichten alsof we op het dak van de wereld stonden!
En we hebben gemerkt dat het ondanks het prachtige weer bij dag, in ons daktentje op 2600 meter hoogte behoorlijk kan vriezen wanneer eenmaal ontelbare sterren aan de diepzwarte hemel schitteren. Voordeel is, dat je je voor het slapen gaan niet hoeft uit te kleden. Gewoon alles aan houden, een paar fijne borrels, nog een extra fleece of jas aan, das om je hoofd (volgend jaar mutsen mee) en knorren maar. De enige geluiden buiten de daktent zijn van de ruisende beek en de koeienbellen even verderop en natuurlijk van Kira, die beneden in de auto haar vertrouwde zaaggeluid maakt, waar Guusje al lang niet meer van wakker ligt.
Opnieuw zijn we zonder stukken thuis gekomen. Ja, we zijn trots op die beresterke Coos, de 17,5 jaar oude 745 T automaat die ons in vijf maanden tijd al meer dan 13.000 km ver heeft gebracht, waarvan bijna 8000 km op prachtige tochten naar afgelegen plekjes in het hooggebergte.
lidnr224
.................................................................................................................................
EDIT: Vanaf zomer 2007 is het terreinbus KoBuS die ons en de honden de bergen in brengt.
Op zijn eigen wijze is deze 4WD net als Coos een heel bijzondere auto.
.................................................................................................................................
Lees ook over het brandstofverbruik van TurboCoos.
.................................................................................................................................